Monumentenvergunning archeologisch monument
In het projectgebied liggen twee terreinen - de terreinen van de voormalige kastelen Wadestein en Frissestijn - die zijn aangewezen als archeologisch rijksmonumenten.
Wadestein ligt buiten het ruimtebeslag van de nieuwe dijk. Hier zijn ook geen indirecte effecten te verwachten als gevolg van bijvoorbeeld wijzigingen in grondwaterstanden. Zie de monumentenfactsheet voor informatie over het monument in relatie tot de versterking van de dijk.
Voormalig kasteel Frissestijn ligt in de Herwijnense Bovenwaard. In deze uiterwaard wordt een oude rivierstrang weer zichtbaar gemaakt in het landschap. Voor een toelichting van de effecten van de herinrichting van de Herwijnense Bovenwaard op de archeologische waarden van Frissestijn wordt verwezen naar paragraaf 6.4.4 van het Projectplan Waterwet.
Bij Frissestijn is er een beperkte overlap tussen de het ruimtebeslag van de nieuwe dijk en het archeologisch rijksmonument. De buitenbekleding van de dijk aan de westzijde van de locatie moet verbeterd worden indien deze niet voldoet. Dit betekent dat er op een klein gedeelte van het archeologisch moment grond ingegraven dient te worden. Hiervoor is geen alternatief. Daarnaast wordt een beheerstrook gedefinieerd op de ontwerptekeningen.
Aan de zuidoostzijde van de locatie wordt oeverbescherming aangebracht om te voorkomen dat de nieuw gegraven geul het terrein van het monument erodeert. Naar verwachting wordt deze oeverbescherming aangebracht in de vorm van zinkstukken met stortsteen. Zie de monumentenfactsheet voor informatie over het monument in relatie tot de versterking van de dijk.
De toegankelijkheid en het onderhoud van het terrein en het klompenpad dat momenteel ook al over het terrein loopt blijft gelijk aan de huidige situatie.
Voor de ingrepen bij Frissestijn wordt een vergunning aangevraagd. Deze aanvraag wordt behandeld door de Rijksdienst voor Cultureel erfgoed (RCE).