Gelderland
Voor het graven van de geulen in de Herwijnense Bovenwaard en in de Crobsche Waard is een ontgrondingsvergunning nodig.
Hieronder volgt de informatie ten behoeve van de Ontgrondingsvergunningaanvragen voor het graven van de geulen in de Herwijnense Bovenwaard en in de Crobsche Waard.
Belang van Waterschap Rivierenland bij de aanvraag
Waterschap Rivierenland is verantwoordelijk voor het versterken van de dijk en voor het nemen van de compenserende maatregelen die daarvoor nodig zijn. De Herwijnense Bovenwaard levert een deel van de natuurcompensatie voor de dijkversterking. De Crobsche Waard levert rivierverruiming die voor buitenwaartse versterkingen elders langs de Waal kan worden ingezet. De herinrichting van beide uiterwaarden is meegenomen in het Projectplan Waterwet voor de dijkversterking Gorinchem - Waardenburg, vanwege de relatie met de dijkversterking. Waterschap Rivierenland vraagt de hiervoor benodigde ontgrondingsvergunningen aan.
Eigendomsgegevens
Waterschap Rivierenland zal waar nodig gronden moeten verwerven of op gronden zakelijk recht moeten vestigen ten behoeve van de dijkversterking en de compensatiemaatregelen. Dit is uitgewerkt in het Grondverwervingsplan bij het Projectplan Waterwet.
De kadastrale eigendomsgegevens van de dijk en van de Herwijnense Bovenwaard en de Crobsche Waard zijn aangeleverd. Op het moment van de aanvraag is de verwerving van grond (waar nodig) nog niet geregeld. Dit vindt plaats in het kader van het Projectplan Waterwet.
De geul in de Herwijnense Bovenwaard ligt op gronden van derden. Op het moment van indienen is met de verschillende eigenaren nog geen overeenstemming over het plan. Deze instemming zal later zal worden aangeleverd.
De geul in de Crobsche Waard ligt op grond die in eigendom is van het bedrijf Wienenberger. Wienenberger heeft een nog vigerende ontgrondingsvergunning (afgegeven 19 november 2014, zaaknummer: 2006-015445, geldig tot 31 december 2020) voor ontgronding van de naastgelegen plas. Van deze vigerende vergunning zal de komende periode nog gebruik worden gemaakt. De ontgronding die nu is voorzien vindt plaats buiten de percelen waarvoor de bestaande vergunning is afgegeven.
Algemene gegevens over de ontgrondingen
Het noordelijke deel van de Herwijnense Bovenwaard wordt heringericht ten behoeve van de Kaderrichtlijn Water en voor natuurcompensatie voor de dijkversterking (Natuurnetwerk Nederland en beschermde soorten). De herinrichting behelst ondermeer het graven van een geul. Zie hier voor het inrichtingsplan van de Herwijnense Bovenwaard. Hierin is zowel een maatregelenkaart als een inrichtingskaart opgenomen.
In de Crobsche Waard wordt een geul gegraven om enerzijds rivierkundige ruimte te realiseren en anderzijds gebiedseigen materiaal te winnen dat wordt toegepast in de dijkversterking. Zie hiervoor het inrichtingsplan van de Crobsche Waard. Hierin is zowel een maatregelenkaart als een inrichtingskaart opgenomen.
Voor beide uiterwaarden is een variantenafweging doorlopen waarin verschillende mogelijke opties voor herinrichting zijn beoordeeld op hun milieueffecten en mate van doelbereik. Op basis van deze afweging is een keuze gemaakt voor een voorkeursvariant voor beide uiterwaarden. Zie voor de variantenafwegingen van de Herwijnense Bovenwaard en van de Crobsche Waard de betreffende paragrafen in het MER. De milieueffecten van de voorkeursvarianten zijn eveneens in het MER beschreven.
Het uit de beide uiterwaarden vrijkomende materiaal is opgenomen in de grondbalans. Daar is ook te zien wat de bestemming is van het vrijkomende materiaal.
Het toekomstige beheer en onderhoud van de beide uiterwaarden is beschreven in respectievelijk het Beheer-en onderhoudsplan Herwijnense Bovenwaard en het Beheer- en onderhoudsplan Crobsche Waard.
De wijze van uitvoering van de werkzaamheden in de Crobsche Waard en de wijze van uitvoering van de werkzaamheden in de Herwijnense Bovenwaard is beschreven in hoofdstuk 7 van het Projectplan Waterwet.
Bestemmingsplannen
De planvorming heeft plaatsgevonden in overleg met de Gemeente West-Betuwe. Ten behoeve van de dijkversterking en de andere ingrepen wordt het bestemmingsplan van de gemeente West Betuwe gewijzigd. Ter plaatse van de uitbreiding van de zandwinplas in de Crobsche Waard wordt de bestemming gewijzigd in 'water', conform de bestemming van de bestaande zandwinplas. De bestemmingsplanprocedure loopt mee met het Projectplan Waterwet en de hoofdvergunningen.
Milieueffectrapportage
Ten behoeve van de dijkversterking en de herinrichting van de uiterwaarden is een milieueffectrapport (MER) opgesteld. In het MER is een alternatievenafweging uitgevoerd voor de herinrichting van de Herwijnensche Bovenwaard en de Crobsche Waard.
De milieueffecten van de herinrichting van de Herwijnensche Bovenwaard en van de Crobsche Waard, inclusief de ontgrondingen, zijn volwaardig meegenomen in het MER dijkversterking GoWa.
Milieuaspecten
Er is onderzoek uitgevoerd naar de grondwatereffecten van de dijkversterking zelf en naar de grondwatereffecten van de ontgrondingen in de uiterwaarden. Zie hiervoor het achtergrondrapport (grond)water.
De Herwijnense Bovenwaard en de Crobsche Waard zijn beide opgenomen in het uitgebreide archeologische onderzoek dat heeft plaatsgevonden in het kader van het MER en Projectplan Waterwet.
Er is in de periode 2018 en 2019 verkennend milieuhygiënisch bodemonderzoek uitgevoerd om de herbruikbaarheid van het materieel dat vrijkomt bij het graven van de geulen te beoordelen. Recent is milieuhygiënisch waterbodemonderzoek conform NEN5720 uitgevoerd. De rapportages met de uitkomsten van het waterbodemonderzoek in de Herwijnense Bovenwaard en het waterbodemonderzoek in de Crobsche Waard zijn bijgevoegd.
In zowel de variantenafweging van de Herwijnens Bovenwaard als in de variantenafweging van de Crobsche Waard is rekening gehouden met bestaande en potentiële natuurwaarden in deze uiterwaarden. Daarbij is gebruik gemaakt van de natuurinventarisaties die zijn uitgevoerd voor het project. Zie daarvoor het Soortenmanagementplan deel I en het Soortenmanagementplan deel II. Voor brede informatie over de effecten van de dijkversterking op natuurgebieden en soorten wordt verwezen naar paragraaf 5.13 van het MER.
De effecten van de stikstofuitstoot van de uitvoeringswerkzaamheden op Natura 2000-gebieden zijn beschreven in een Passende Beoordeling. Voor deze effecten wordt een vergunning in het kader van de Wet natuurbescherming aangevraagd.
De ontgronding in de Crobsche Waard leidt tot rivierverruiming die ten goede komt aan de bovenstrooms gelegen dijkversterkingen. Zie voor de rvierkundige effecten het achtergrondrapport rivierkunde. De geul heeft een beperkte invloed op de dwarsstroming. Er wordt nog overwogen om elders in de Crobsche Waard het maaiveld beperkte te verlagen om de invloed op de dwarsstroming te verminderen. Het zoekgebied hiervoor is een perceel ten westen van de bestaande zandwinplas, waar op termijn natuurlijk grasland zal worden ontwikkeld. Deze maaiveldverlaging wordt uitgewerkt in overleg met Rijkswaterstaat en zal pas op langere termijn worden uitgevoerd.
Tekeningen
Hieronder wordt een overzichtskaart gegeven van de ligging van de ontgronding in de Crobsche Waard en van de de ontgronding in de Herwijnense Bovenwaard. Op deze overzichtskaarten zijn ook de grenzen en nummers van de kadastrale percelen weergegeven waarop de ontgrondingen plaatsvinden.
Crobsche Waard
De interactieve content hieronder is mogelijk niet toegankelijk.
Herwijnense Bovenwaard
De interactieve content hieronder is mogelijk niet toegankelijk.
Een gedetailleerde ontgrondingstekening van de Crobsche Waard is te vinden via de link. Een ontgrondingstekening van de Herwijnense Bovenwaard is ook te vinden via de link.
Maatschappelijke meerwaarde
In beide uiterwaarden is de ontgronding onderdeel van een groter geheel en worden met de herinrichting meerdere belangen gediend, zoals de Kaderrichtlijn Water (Herwijnense Bovenwaard), compensatie van NNN-gebied en beschermde soorten (Herwijnense Bovenwaard), rivierverruiming (Crobsche Waard) en vrijkomend materiaal dat kan worden gebruikt in de dijkversterking (beide uiterwaarden). Het gebruik van gebiedseigen grond is een belangrijk thema in de duurzaamheid van de dijkversterking.
Ook worden in beide uiterwaarden de recreatieve mogelijkheden vergroot, op basis van ideeën die mede vanuit de zogenoemde ‘ensemblegroepen’ zijn aangedragen.
In de Crobsche Waard worden wandelpaden en een uitkijkpunt aangelegd. In het noorden van de Crobsche Waard, langs de dijk, wordt een 'plukbos' aangelegd in combinatie met voorzieningen voor fauna. De nieuwe geul in de Crobsche Waard wordt voorzien van flauwe oevers (1:7) rond het gemiddelde rivierpeil waardoor een natuurlijke oevervegetatie kan ontstaan. Ook wordt een poel voor Kamsalamander gemaakt. Zie voor de verbeelding van de landschappelijke inpassing de inrichtingskaart in het inrichtingsplan Crobsche Waard.
In de Herwijnense Bovenwaard wordt ten noorden van de strang een natuurlijk gebiedje ingericht met kleine landschapselementen. Het achterliggende gebied blijft toegankelijk voor agrarische gebruik en voor struinen. Zie voor de verbeelding van de landschappelijke inpassing de inrichtingskaart in het inrichtingsplan Herwijnense Bovenwaard
in geval van zand- of grindwinning dieper dan 8 meter: een onderzoek naar de stabiliteit van de taluds conform CUR-aanbeveling 113.
De ontgronding in de Herwijnense Bovenwaard betreft ongeveer 3 meter beneden maaiveld. Er vindt geen winning dieper dan 8 meter plaats. De ontgronding in de Crobsche Waard betreft 10 tot 15 meter beneden maaiveld. De stabiliteit van de taluds is onderzocht. Zie daarvoor het memo stabiliteit talud Crobsche Waard.