11.2 Procedure milieueffectrapportage

Omdat de dijkversterking nadelige gevolgen voor het milieu kan hebben, wordt de procedure van de milieueffectrapportage doorlopen en is een milieueffectrapport (MER) opgesteld. Het MER beschrijft de effecten van het totaal aan ingrepen op het milieu ten behoeve van een zorgvuldige besluitvorming.

In de Wet milieubeheer en het Besluit milieueffectrapportage is vastgelegd voor welke activiteiten en welke formele besluiten de procedure van milieueffectrapportage moet worden doorlopen. Bij de dijkversterking GoWa zijn dit meerdere activiteiten en besluiten van onderdeel D bij de bijlage bij het Besluit milieueffectrapportage:

  • wijziging van een primaire waterkering (D.32)

  • landinrichtingsproject (functiewijziging) (D9)

  • winning van oppervlaktedelfstoffen (graven van geulen) (D16.1)

De besluiten die worden genomen om deze activiteiten mogelijk te maken zijn de goedkeuring van het Projectplan Waterwet (door provincie Gelderland na advies van provincie Zuid-Holland), de vaststelling van een wijziging van bestemmingsplannen (door de beide gemeenten) en de verlening van vergunningen voor het uitvoeren van ontgrondingen (door de beide provincies).

De procedure voor het doorlopen van de m.e.r. is gestart met de publicatie van de Notitie Reikwijdte en Detailniveau (NRD) op 21 maart 2018. De NRD is van 22 maart tot en met 18 april 2018 ter inzage gelegd en iedereen kon zienswijzen indienen op de inhoud van de NRD. Daarnaast is een onafhankelijke Commissie voor de milieueffectrapportage (Cmer) om advies gevraagd over de reikwijdte en het detailniveau. De Cmer heeft haar advies op 27 maart 2018 uitgebracht. In totaal zijn 43 zienswijzen ingediend op de NRD. Alle ingediende zienswijzen zijn samengevat en voorzien van een antwoord in een reactienota. Op basis van de ingekomen zienswijzen en adviezen heeft de provincie Gelderland advies gegeven over de reikwijdte en het detailniveau van het op te stellen MER.

Er is een concept-MER opgesteld in de verkenningsfase ter onderbouwing van de keuze van het voorkeursalternatief. Het concept-MER is gepubliceerd op de website van de Graaf Reinald Alliantie. Het vaststellen van het VKA is geen formeel besluit en het concept-MER had daarom geen formeel inspraakmoment.

Het MER heeft gezamenlijk met het ontwerp Projectplan Waterwet, de Ontwerp Bestemmingsplannen en vergunningsaanvragen terinzage gelegen. Ook heeft de Cmer het MER getoetst. De Commissie heeft in het voorlopig toetsingsadvies geadviseerd om het MER aan te vullen voor wat betreft de effecten op de smient en de meervleermuis en de omgang met archeologische resten en dan pas een besluit te nemen over de dijkversterking. De provincie heeft dit advies overgenomen. Ze heeft het MER aangevuld met een aanvulling voor archeologie en natuur en de Cmer het aangevulde MER opnieuw laten beoordelen.

De Cmer concludeert in het definitieve toetsingsadvies dat met het aangevulde MER rapport de provincie voldoende informatie heeft om te besluiten over het dijkversterkingsproject. Het aangevulde MER rapport beschrijft dat de dijkversterking op een moment en manier wordt uitgevoerd die schade aan beschermde diersoorten voorkomt. Ook is duidelijk gemaakt waar archeologische vindplaatsen zijn en hoe hier in het ontwerpproces rekening mee is gehouden. Wel zal op acht plekken pas bij de uitvoering blijken of archeologische waarden aanwezig zijn. Hiervoor beveelt de Cmer aan vooraf duidelijk te maken hoe een archeologische vondst kan worden behouden.