Natuur
Effect op beschermde gebieden
De voorkeursvariant valt geheel binnen de Groene Ontwikkelingszone. De aanleg van een geul met natuurvriendelijke oever valt onder Ontwikkelingsdoel ‘ontwikkeling water- en oeverhabitats’. Daarnaast bieden de omliggende percelen ruimte voor ‘ontwikkeling van moerassen, ruigteranden en laag gelegen bloemrijke graslanden’. Aantasting van het GNN en Natura 2000 is uitgesloten.
Effect op beschermde soorten
De voorkeursvariant voorziet in het rooien van een enkele boom rond het voormalige kasteelterrein. Deze bevindt zich binnen het paarterritorium van gewone dwergvleermuis. Of de betreffende boom ook daadwerkelijk een paarverblijf herbergt is onbekend, maar mogelijk worden hierdoor verbodsbepalingen overtreden (aantasting paarverblijf). De bomen rond de oostelijke plassen blijven allen behouden. Ook de vliegroute tussen de binnendijkse bebouwing en de uiterwaard blijft onaangetast.
Leefgebieden van vogels met een jaarrond beschermde nestplaats worden niet aangetast. De enkele boom die wordt gerooid heeft geen essentiële functie; aangrenzende bomen kunnen deze functie ook vervullen. De omvorming van grasland naar water heeft geen invloed op de kwaliteit van het leefgebied van aanwezige soorten.
Het uiteinde van de geul gaat langs het voortplantingswater van de poelkikker; landbiotoop wordt niet negatief beïnvloed. Mogelijk profiteert de soort van de geul in de vorm van voortplantingswater. Aantasting leefgebied rivierrombout geldt alleen daar waar de geul aansluit op het kribvak van de Waal in het westelijk deel.
Conclusie ten aanzien van Wet natuurbescherming en NNN
Aantasting van het GNN en Natura 2000 gebied is uitgesloten: een vergunning is niet nodig. Ten aanzien van de beschermde soorten zijn effecten op gewone dwergvleermuis (mogelijk aantasting paarverblijf) en rivierrombout (aantasting opgroeihabitat larven) niet uitgesloten. Voor aantasting van paarverblijven en aantasting leefgebied rivierrombout zijn in het Soortmanagementplan (SMP) maatregelen opgenomen.