8.2 Beleid met betrekking tot grondeigendom

Het grondaankoopbeleid van het waterschap is vastgelegd in de nota Eigendommenbeleid 2019 van het Waterschap Rivierenland, vastgesteld door het algemeen bestuur bij besluit van 27 september 2019. Voor de HWBP (Hoogwaterbeschermingsprogramma)- projecten waar de dijkversterking Gorinchem – Waardenburg onderdeel van uitmaakt is het verwervingsbeleid nader uitgewerkt in de Regeling uitvoering eigendommenbeleid 2019, vastgesteld door het college van dijkgraaf en heemraden bij besluit van 6 augustus 2019 en vrijgegeven door het algemeen bestuur van Waterschap Rivierenland d.d. 27 september 2019. Het eigendommenbeleid en de regeling zijn beiden te raadplegen op de website van het waterschap (www.waterschaprivierenland.nl).

Het beleid is dat het Waterschap Rivierenland alleen gronden in eigendom wil hebben die speciale aandacht vragen ten aanzien van het beheer. Met name aan de binnenzijde van de dijk zijn mogelijkheden tot behoud van eigendom, zoals bij de aanleg van binnenbermen. In geval van behoud van eigendom is eveneens medegebruik mogelijk. De mogelijkheden zijn weergegeven in een schema (klik hier om dit te zien).

In de Regeling uitvoering eigendommenbeleid 2019 zijn de relevante uitgangspunten van het eigendommenbeleid nader uitgewerkt. Hierdoor is naast verwerving van eigendom (aankoop), ook in een aantal gevallen het vestigen van een zakelijk recht mogelijk (bijvoorbeeld: erfdienstbaarheid op de binnenberm/steunberm).

Als WSRL de voorkeur geeft aan uitvoering van de werkzaamheden zonder dat de eigendom van de gronden naar hem overgaan, kan WSRL de betrokken grondeigenaren een zakelijk recht aanbieden. Indien de eigenaar of een andere rechthebbende (pachter) hiermee in het minnelijke grondverwervingstraject niet instemt, kan het waterschap een gedoogplicht (artikel 5.24 Waterwet) opleggen om de maatregelen alsnog te realiseren (wanneer naar het oordeel van WSRL de belangen van die rechthebbenden onteigening niet vorderen). De betreffende gronden komen dan niet in eigendom van het waterschap, maar de eigenaar (en zijn rechtsopvolgers) moet de aanleg en instandhouding van het werk gedogen. Het middel gedoogplicht zal eventueel worden ingezet bij de verwerving van de binnenbermen, de herinrichting van de uiterwaarden (voor rivier-/natuurcompensatie) en kabels- en leidingenstroken en tijdelijke werkstroken of bouwzones.