4.1.1 Inpassen bestaande waarden

Bestaande waarden in het dijklandschap zoals rijks- en gemeentemonumenten (bijvoorbeeld kerken, molens, woningen, en het peilschaalhuisje), wielen, monumentale en beeldbepalende bomen en kwelkades hebben een belangrijke rol gespeeld bij de keuze van het nieuwe tracé. Deze elementen zijn zoveel mogelijk gehandhaafd om de geschiedenis van het rivierenlandschap herkenbaar te houden.

De dijk blijft behouden als een herkenbaar en continu landschapselement. Het typerende beloop van de dijk met scherpe knikken en bochten die de ontstaansgeschiedenis vertelt blijft behouden. De weg is in het dijkontwerp op de meeste locaties opnieuw op de kruin van de dijk gepositioneerd. De route heeft daarmee nog steeds de aantrekkelijke verheven positie die zicht biedt op het omringende landschap en op de rivier.

Figuur 4.3 Bestaande waardenkaart

In het definitief ontwerp vindt het grootste deel van de versterking van de dijk plaats in grond, de continuïteit van het profiel is daarmee groot. De toepassing van een constructie is beperkt tot ongeveer 6 kilometer van de dijk waar een grondoplossing niet mogelijk is vanwege de bestaande waarden.

Om de ervaring van de dijk als scherpe landschappelijke grens vast te houden is bij de inpassing van de dijk gekozen voor doortrekken van het grondgebruik tot onderaan het hoge dijklichaam. Ten behoeve van het gebruik van de berm kan - afhankelijk van het type grondgebruik - een leeflaag van ca. 0,5 meter worden aangebracht. Het gebruik van de bermen zorgt dat deze visueel bij het omliggende landschap blijven horen. Door voldoende verschil tussen kruin en berm blijft de dijk herkenbaar. Er komen geen buitenbermen. De breedte van de kruin en het gekozen wegprofiel zijn over de gehele lengte van het tracé vrijwel gelijk. De kruin wordt ten opzichte van de huidige situatie niet of nauwelijks verbreed en blijft een rank voorkomen houden.

Figuur 4.4 Bestaande waarden: Peilschaalhuisje