Variant 3a: ‘maximale zandwinning‘
Variant 3a omvat een geul die maximaal is qua omvang (zie figuur 6.10). Als gevolg hiervan vindt naar verwachting meer daling van de waterstand plaats dan benodigd voor compensatie van de dijkversterking. In variant 3a blijven de kribben langs de Waal behouden, wel vinden ingrepen plaats in GNN-gebied. Het brede deel van de geul reikt tot ca. NAP -10 m en mondt aan op een bestaande plas in het oosten van de uiterwaard. De breedte van de geul varieert tussen de 160 en 180 m. Er komt naar verwachting veel grond vrij die gebruikt kan worden voor de dijkversterking. De kribben langs de Waal blijven behouden.
Figuur 6.10 Variant 3a: maximale zandwinning