Rivierkunde

Referentiesituatie

Dwarsstroming huidige situatie

Een sterke dwarsstroming op de rivier kan ongewenste effecten hebben op de scheepvaart. Maatregelen in de uiterwaard kunnen zorgen voor een toename in deze dwarsstroming doordat er meer uitwisseling van water tussen uiterwaard en vaargeul plaats vindt.

In onderstaande figuren wordt de dwarsstroming weergegeven voor de huidige situatie en variant 1a. Uit de figuren volgt dat er in de huidige situatie maar beperkt sprake is van dwarsstroming.

Figuur 6.50 Dwarsstroming bij 6.000, 8.000 en 10.000 m3/s

Morfologie huidige situatie

Onderstaand figuur geeft een beeld van de bestaande dieptes in de vaargeul, uit de kaart valt af te lezen dat er ondieptes zijn in de binnenbochten (buiten de vaargeul). Binnen de vaargeul lijkt er aan de westzijde relatief veel overdiepte voor de scheepvaart aanwezig. Aan de oostzijde is er in mindere mate overdiepte aanwezig.

Figuur 6.51 Dieptes vaargeul

Toelichting effecten varianten

Effect op dwarsstroming

Voor de varianten zijn de effecten op dwarsstroming (hinder voor de scheepvaart) in beeld gebracht ten opzichte van de referentie. Voor alle varianten geld dat er een beperkt effect op de dwarsstroming wordt veroorzaakt. Door de vormgeving en omvang van variant 1a wordt hier het grootste effect op dwarsstroming verwacht. Maar ook voor deze variant geldt dat geen kritische waarden worden overschreden.

Effect op morfologie

Het programma WAQmorf is gebruikt om een inschatting te maken van de morfologische bodemveranderingen in het zomerbed. WAQmorf is een nabewerking op de resultaten van WAQUA, waarmee op basis van de stroomsnelheden en de waterdiepte de verandering van de bodem in het zomerbed inzichtelijk wordt gemaakt. Van WAQmorf is bekend dat deze een bovengrens benadering geeft van het aanzandingsvolume.

Op basis van de uitgevoerde analyses wordt de volgende inschatting gegeven van de morfologische response van het zomerbed:

  • Variant 1a: maximaal jaargemiddelde bodemverandering bedraagt ca 10 cm

  • Variant 1b: maximaal jaargemiddelde bodemverandering bedraagt ca 5 cm

  • Variant 2a: maximaal jaargemiddelde bodemverandering bedraagt ca 5 cm

  • Variant 2b: maximaal jaargemiddelde bodemverandering bedraagt ca 3 cm

Beoordeling varianten

In onderstaande tabel is de beoordeling van rivierkundige effecten per variant samengevat

Tabel 6.33 Effecten rivierkunde

 

Variant 1a

Variant 1b

Variant 2a

Variant 2b

Effect op dwarsstroming

-

0/-

0

0

Effect op morfologie

-

-

0/-

0/-