1.3 Waarom een milieueffectrapportage?
Op basis van de Wet Milieubeheer en het Besluit Milieueffectrapportage is de dijkversterking tussen Gorinchem en Waardenburg ‘m.e.r.-beoordelingsplichtig’. Dit betekent dat moet worden bepaald of de dijkversterking ‘belangrijke nadelige milieugevolgen’ kan hebben. Als dit zo is, moet een m.e.r.-procedure worden doorlopen en een milieueffectrapport (MER) worden opgesteld. Op voorhand is duidelijk dat de dijkversterking Gorinchem-Waardenburg belangrijke nadelige milieugevolgen kan hebben. Daarom is besloten om direct de m.e.r.-procedure te volgen en een MER op te stellen.
Meer informatie over de procedure van milieueffectrapportage en de relatie met de besluitvorming staat in hoofdstuk 7.
Het MER bestaat uit twee delen: een concept MER en een definitief MER. Het concept MER ondersteunt de keuze van het voorkeursalternatief (VKA). In het concept MER zijn de effecten van kansrijke oplossingen op de omgeving in beeld gebracht. Het voorkeursalternatief, bestaande uit voorgestelde versterkingsoplossingen (met grond of constructies) voor elk dijkvak, is in het definitief MER nader uitgewerkt en onderzocht. De milieueffecten van het voorkeursalternatief (DO) zijn weergegeven in het definitief MER.
Te nemen besluiten
Om de dijkversterking te kunnen realiseren is vastgesteld en goedgekeurd Projectplan Waterwet nodig. Waterschap Rivierenland stelt het Projectplan Waterwet vast en provincie Gelderland keurt het goed, na advies door provincie Zuid Holland.
Daarnaast zijn ook andere besluiten nodig. Het gaat om verschillende ontwerpvergunningen en ontwerpbestemmingsplannen van de gemeenten Gorinchem en West Betuwe (zie ook het uitgebreide hoofdstuk over de procedures). Dit MER is ook opgesteld voor de besluiten over de Ontgrondingsvergunningen en voor de wijziging van de bestemmingsplannen. Deze werden tegelijk met ontwerp Projectplan Waterwet en het MER in procedure gebracht en ter inzage gelegd.
De Gedeputeerde Staten (GS) van de provincie Gelderland coördineren in het kader van de Projectprocedure de vergunningverlening en de terinzagelegging van de (ontwerp)besluiten. Op het ontwerp Projectplan Waterwet, de ontwerpbestemmingsplannen en de ontwerpvergunningen konden gedurende een periode van 6 weken zienswijzen worden ingediend. Beantwoording van de zienswijzen vond plaats in de Nota van Beantwoording. Wijzigingen naar aanleiding van de zienswijzen zijn daar waar nodig meegenomen in het definitieve Projectplan, de definitieve bestemmingsplannen en de definitieve vergunningen.