Verklarende woordenlijst en afkortingen

  • Aanleghoogte - De hoogte van de kruin, onmiddellijk na voltooiing van de dijkversterking.

  • Achterland - Het gebied dat binnen een dijkring ligt en dat door de dijkring beschermd wordt tegen overstroming.

  • Alternatief - Een alternatief ontstaat wanneer per dijkvak één oplossing wordt gekozen en deze vervolgens aan elkaar worden geregen.

  • Autonome ontwikkeling - De ontwikkeling van het milieu en andere factoren als de voorgenomen activiteit niet wordt uitgevoerd; het betreft alleen die ontwikkelingen die kunnen worden afgeleid uit vastgesteld beleid.

  • Bekleding - Gras, stenen of asfalt die op de waterkering zijn aangebracht om de waterkering te beschermen tegen erosie door wind en golfslag.

  • Beleving - Wijze waarop iemand iets ervaart.

  • Bevoegd gezag - De overheidsinstantie die bevoegd is het m.e.r.-plichtige besluit te nemen en die de m.e.r.-procedure organiseert; wordt afgekort met BG.

  • Binnen (-dijks, -teen) - Aan de kant van het land.

  • Binnentalud - Hellend deel van de waterkering aan de kant die tegen het water beschermd moet worden.

  • Buiten (-dijks,-teen) - Aan de kant van het water.

  • Buitentalud - Hellend deel van de waterkering aan de kant van de Waal

  • CDH - College van Dijkgraaf en Heemraden van waterschap Rivierenland

  • Commissie m.e.r. - Onafhankelijke commissie die het bevoegd gezag adviseert over de  reikwijdte en detailniveau van het MER en de kwaliteit van het MER beoordeeld.

  • Compenserende maatregelen - Maatregelen die gericht zijn op het vervangen van (natuur)waarden die verloren gaan.

  • Damwand - Een damwand is een grond- en/of waterkerende constructie, die bestaat uit een verticaal in de grond geplaatste wand.

  • Dijkgraaf - Aan het hoofd van het hoogheemraadschap staat de dijkgraaf. De functie van dijkgraaf is vergelijkbaar met die van een burgemeester. De dijkgraaf is voorzitter van zowel het algemeen als het dagelijks bestuur.

  • Dijkprofiel - Doorsnede van de (opbouw van de) dijk.

  • Dijklichaam - De totale dijk (grondlichaam dat dient als waterkering ter bescherming van het achterliggende land).

  • DO - Definitief Ontwerp

  • Erftoegangsweg - Erftoegangswegen hebben als functie het veilig toegankelijk maken van percelen in verblijfsgebieden.

  • ERA - Ecologisch relevant areaal. Areaal dat relevant is voor de Kaderrichtlijn waterdoelen.

  • Erosie - Afslijting of uitholling van land door werking van wind, stromend water, zee of ijs.

  • Fauna - Dieren.

  • Flora - Planten.

  • Geomorfologie - De vorm en structuur van het aardoppervlak; hiertoe behoren ook het landschapsreliëf.

  • GNN - Gelders Natuurnetwerk

  • Gowa - Dijkversterking Gorinchem-Waardenburg

  • GS - Gedeputeerde Staten van de provincie

  • Habitat - Het leefgebied/leefomgeving van een organisme.

  • HWBP - Hoogwaterbeschermingsprogramma.

  • Initiatiefnemer - Rechtspersoon die de m.e.r.-plichtige activiteit wil ondernemen: wordt afgekort met IN.

  • Inklinking - Inklinken of kortweg klink of is het proces van volumevermindering van grond door verdroging of onttrekken van grondwater.

  • Kruin - Het bovenste vlakke gedeelte van de waterkering.

  • Kruinhoogte - Hoogte van het bovenste vlakke gedeelte van een dijk.

  • KRW - Kaderrichtlijnwater

  • Kwel - Het aan het oppervlakte treden van water ter plaatse van het binnendijks talud van de dijk of in het achterland, dat direct aan de dijk grenst.

  • MER - Milieueffectrapport, het document.

  • m.e.r. - Milieueffectrapportage, de procedure.

  • Mitigerende maatregelen - Verzachtende, effectbeperkende maatregelen.

  • Morfologie - beschrijving van de vormen van de aardoppervlakte.

  • Piping - betekent dat er water onder de dijk doorstroomt dat zand meeneemt en daardoor een tunnel onder de dijk vormt. Hierdoor wordt de dijk ondermijnd en kan deze bezwijken.

  • NAP - Normaal Amsterdams Peil.

  • NNN - Natuurnetwerk Nederland. Netwerk van kerngebieden, natuurontwikkelingsgebieden en verbindingszones waarbinnen flora en fauna zich kunnen handhaven en uitbreiden.

  • NRD - Notitie Reikwijdte en Detailniveau. Eerste stap in de m.e.r.-procedure waarbij de reikwijdte en het detailniveau van het MER wordt aangegeven.

  • Overslag - Water dat over de kruin slaat als gevolg van golfslag.

  • Overslagcriterium - Aantal liter per seconde per strekkende meter waterkering dat over de dijk mag slaan.

  • Overslagdebiet - Het aantal liter per seconde per strekkende meter waterkering dat over de dijk slaat.

  • POV’s - Project Overstijgende Verkenningen

  • Rijksmonument - Geografische, archeologische of bouwkundige waarde die wordt beschermd volgens de Monumentenwet.

  • Talud - Het hellende vlak van de waterkering.

  • Veiligheidstekort - Een beschermende eigenschap van de dijk die tekort schiet, zoals de hoogte of de stabiliteit.

  • VKA - Voorkeursalternatief, alternatief dat de voorkeur van de initiatiefnemer heeft.

  • Voorland - Buitendijks gelegen land.

  • Wiel - Bij doorbraak van dijk gevormde waterpartij of slinger in het dijktracé.

  • Wm - Wet Milieubeheer.

  • Zetting - Bodemdaling als gevolg van een bovenbelasting, bijvoorbeeld door het gewicht van een aangebrachte ophoging of een verlaagde grondwaterstand.