Conclusies variantenafweging

In onderstaande tabellen (tabel 6.18 en 6.19) zijn de effecten samengevat weergegeven. Er is onderscheid gemaakt in de beoordeling van de mate van doelbereik en effecten.

Tabel 6.57 Beoordeling mate van doelbereik en kansen Woelse Waard

 

Variant 1a

Variant 1b

Variant 2a

Variant 2b

Bijdrage aan benodigde riviercompensatie

++

+++

0/+

0/+

Bijdrage KRW-opgave

+

0/+

+++

+++

Te compenseren natuur (ha)

+

0/+

++

++

Beschikbaarheid grond ten behoeve van dijkversterking (m3)

--

--

-

+

Wensen ensembles/gemeente in het kader van de Dijk is van ons allemaal

0/+

0/+

+

+

Tabel 6.58 Samenvatting beoordeling effecten Woelse Waard

Aspecten

Criteria

Variant 1a

Variant 1b

Variant 2a

Variant 2b

Rivierkunde

Effect op dwarsstroming

--

--

-

-

Effect op morfologie

--

---

-

-

Water

Effect op grondwaterstanden binnendijks

0/-

0/-

0/-

0

Effect op watersysteem binnendijks

-

-

-

0

Effect op grondwater buitendijks

--

--

-

-

Effect op watersysteem buitendijks

--

--

-

-

Natuur

Effect op beschermde soorten

-

-

+

+

Effect op beschermde gebieden

-

--

+

+

Landschap, archeologie en cultuurhistorie

Effect op landschappelijke kwaliteiten

0/-

0/-

+

-

Effect op archeologische waarden

-

-

-

0

Effect op cultuurhistorische waarden

+

+

+

+

Woon,- werk en recreatie functie

Effect op woonfunctie

-

-

-

-

Effect op werkfunctie

0

0

0

0

Effect op recreatiefunctie

0

0

0

0

Risico’s

Risico’s kabels en leidingen en explosieven

0

0

0/-

0/-

Risico’s waterveiligheid

---

---

--

-

In de tabellen is zichtbaar dat de variant 1 het meest bijdraagt aan riviercompensatie en variant 2a en 2b het meeste bijdragen aan de KRW-opgave en natuurcompensatie. Bij variant 2b komt de meest passende hoeveelheid geschikt materiaal beschikbaar voor de aangrenzende te versterken dijkvakken. Voor andere dijkvakken is het kostenvoordeel naar verwachting beperkt/niet aanwezig[1]. Variant 2 sluit iets beter aan bij de wensen van de ensembles/gemeente.

Qua effecten scoort variant 1 het meest negatief. Zowel op het gebied van rivierkundige effecten (dwarsstroming, morfologie), water (effect op grondwater en het watersysteem), natuur (beschermde soorten en gebieden) en waterveiligheidsrisico. Variant 2b scoort het meest positief met betrekking tot de binnendijkse grondwaterstanden en watersysteem alsmede de archeologische waarden. We is er sprake van een licht negatief effect op landschap.

Een aandachtspunt voor de ontwerp optimalisatie vormt de bestaande water/bodemkwaliteit in de plassen en bijbehorende mogelijkheden om dat te verbeteren.

  • 1 Vanuit het duurzaamheidsperspectief is het wenselijk om gebiedseigen grond te gebruiken voor de dijkversterking, ook als de dijkvakken verder weg gelegen zijn van de uiterwaard en mede daardoor negatiever zijn beoordeeld voor ‘beschikbaarheid grond’.